Productinformatie migreren Magento 2 zonder SEO-waarde te verliezen

URL’s van productpagina’s moeten zo duidelijk mogelijk zijn opgebouwd. Het is hierbij belangrijk dat er geen overbodige tekens staan. Overleg met je webshop agency wat een duidelijk URL-pad is en zorg er altijd voor dat de naam van het product in de URL staat. 

Let op: URL’s kan je niet zomaar aanpassen, ook niet tijdens een datamigratie – hierdoor raakt Google je pagina kwijt en dat is vanzelfsprekend niet goed voor je SEO-positie. Je moet bij het aanpassen van URL’s altijd een redirect instellen. Dit betekent dat de oude URL verwijst naar de nieuwe. Een redirect instellen voor een productpagina in Magento 2 doe je door de optie ‘Create Permanent Redirect for old URL’ aan te klikken via 

Catalog > Products > Edit product > Search Engine Optimization

Pas ook op met canonical URL’s voor productpagina’s. Sommige categorieën hebben bijvoorbeeld meerdere pagina’s en sommige producten horen soms bij meerdere categorieën. Zeker bij het migreren naar een nieuw e-commerceplatform als Magento 2 komen webshopeigenaren in de verleiding om categorieën opnieuw in te delen. Door een canonical URL in te stellen, vertel je Google welke originele URL voor het product moet worden geïndexeerd. Doe je dit niet, dan ziet Google de pagina’s als ‘dubbele content’. Een canonical URL instellen doe je via 

Stores > Settings > Configuration > Catalog > Catalog > Search Engine Optimization

Onder metadata vallen de URL Key, Meta Title (metatitel), Meta Keywords en Meta Description (metaomschrijving). In de backend vind je ze hier

Catalog > Products > Edit Product > Search Engine Optimization

De metatitel is de titel die je ziet op de zoekresultatenpagina (SERP) van Google. De Metaomschrijving is de beschrijving op de zoekresultatenpagina. Met de URL Key kan je zelf bepalen hoe de URL eruit ziet. Wij adviseren URL Key echter leeg te laten en de URL-structuur automatisch te laten creëren door een agency. Zij weten namelijk precies welke onderdelen een URL wel en niet moet hebben om positief in te spelen op SEO. Op deze manier weet je zeker dat je URL’s dezelfde structuur hebben.

Zonder metadata worden de snippets op de zoekresultatenpagina automatisch ingevuld. Maar ook als je wél braaf de metadata invult, kan het zijn dat Google zelf een snippet voor je samenstelt. 

Je hebt dus niet de volledige controle en wij verwachten dat, zeker door de opmars van AI, snippets in de toekomst steeds vaker zullen worden gegenereerd door de zoekmachine zelf. Voor nu raden we wel aan de metatitel en -omschrijving nog in te vullen: zorg er dan voor dat de belangrijkste keywords zo veel mogelijk aan het begin staan.

Meta Keywords zijn niet belangrijk voor SEO: deze worden al sinds 2009 niet meer door Google gebruikt. Dit bespreken we verderop in dit artikel.

Heb je veel te veel producten om voor elk apart de metadata in te vullen? Maak dan gebruik van de Product Fields Auto-Generation tool van Magento 2. Deze tool maakt het mogelijk om een template van metadata te maken die op elk product wordt toegepast. Pas hierbij wel op dat er voor de metaomschrijving en -titel een maximaal aantal karakters is ingesteld. Bij het automatisch genereren van metadata kan het gebeuren dat de omschrijving of titel van een product te lang is en wordt afgebroken in de zoekresultaten. Daar wordt Google niet blij van. Om dit te voorkomen, zorg je ervoor dat je producten korte, bondige titels en omschrijvingen hebben.

Je vindt de Product Fields Auto-Generation onder 

Stores > Configuration > Catalog > Catalog > Product Fields Auto-Generation

Structured data (ook wel ‘microdata’) zijn tags die aan pagina’s worden toegevoegd zodat Google ze beter snapt. Door structured data toe te voegen, vergroot je de kans dat een pagina als ‘rich snippet’ wordt getoond op de zoekresultatenpagina. Een rich snippet is een uitgebreide versie van een normale snippet. Je ziet bijvoorbeeld het aantal reviewsterren, contactmogelijkheden of de belangrijkste punten van een pagina opgesomd in bulletpoints.

In zowel Magento 1 als 2 kan je een ‘prefix’ (voorvoegsel) en ‘suffix’ (achtervoegsel) aan een titel toevoegen. Een prefix en suffix zorgen ervoor dat er automatisch een bepaalde tekst wordt toegevoegd aan een metatitel. Een prefix staat altijd vóór de metatitel, een suffix erna. 

Zo wil je misschien dat alle metatitels beginnen met de naam van je bedrijf. In je webshop wil je echter niet dat alle producttitels de naam van je bedrijf laten zien. Dat zou een beetje overkill zijn, natuurlijk. Wellicht wil je ook in elk zoekresultaat duidelijk maken dat jouw service de beste is. In dit voorbeeld vul je bij de prefix de naam van je bedrijf in en bij de suffix bijvoorbeeld ‘Altijd de beste service!’. 

Je kan de prefix en suffix instellen via

Content > Design > Configuration > Edit gewenste store > HTML Head

Productafbeeldingen zijn het belangrijkste op de productpagina. Als de klant het product wat hij wil kopen niet kan zien, bestelt hij niet. Afbeeldingen kan je een ‘alt text’ meegeven: dit is een stukje tekst dat de afbeelding omschrijft, mocht de afbeelding niet getoond kunnen worden. Met de alt text vertel je Google wat de afbeelding laat zien. Vaak zoeken mensen via Google op afbeeldingen en als Google precies weet wat je afbeelding laat zien, heb je meer kans op een hogere positie in Google.

Voeg je in je nieuwe Magento 2 webshop nieuwe productafbeeldingen toe, dan moet je hiervoor handmatig de alt text instellen. Nieuwe afbeeldingen worden namelijk vanzelfsprekend niet meegemigreerd naar Magento 2. Blijf je dezelfde productafbeeldingen gebruiken, dan kan je ervoor kiezen om de alt text mee te migreren.

Het toevoegen van een alt text aan productafbeeldingen doe je via

Catalog > Products > Kies een product > Edit > Images > Klik op een afbeelding > Alt Text

Gerelateerde producten geven je website structuur. Hiermee vertel je Google welke producten bij elkaar horen. Een webshop met een duidelijke structuur krijgt van Google meer punten. Ook is het voor je klanten fijn om te zien in welke producten ze eventueel ook geïnteresseerd zijn. Het instellen van gerelateerde producten in Magento 2 doe je via

Catalog > Products > Edit product > Related Products, Up-Sells and Cross-Sells

Migreer je van Magento 1 naar 2, dan is het sowieso mogelijk om ook instellingen voor gerelateerde producten mee te nemen.

Een SKU is een unieke code die bij een bepaald product hoort. Klanten zoeken op Google ook naar producten aan de hand van een SKU-nummer. Webshops hanteren immers vaak verschillende titels voor hetzelfde product, maar een SKU-nummer blijft hetzelfde. Dus niet alleen zorg je door het toevoegen van SKU-nummers dat je producten beter vindbaar zijn, maar help je Google ook om jouw webshop te begrijpen. Een fijne bijkomstigheid van het toevoegen van SKU-nummers is een overzichtelijke administratie.

Het toevoegen van SKU-nummers in Magento 2 doe je via

Catalog > Products > Edit Product > SKU

Bij een datamigratie naar Magento 2 worden de SKU’s één-op-één overgenomen.

Attributen zijn kenmerken die je toekent aan een product, bijvoorbeeld de kleur, het gewicht, land van herkomst en materiaal. Hoe specifieker jij productinformatie doorgeeft, hoe beter vindbaar een product wordt. Er zijn miljoenen producten te vinden op Google – zowel een zegen als een vloek, zo weten ook klanten. Soms is het aanbod gewoon te groot om doorheen te scannen. Klanten kunnen er dan voor kiezen hoe zoekopdracht specifieker te maken door attributen te noemen in hun zoekopdracht. Heb jij deze gekoppeld aan je producten, dan maak je meer kans om gezien te worden.

Het aanmaken van attributen doe je via 

Stores > Attributes > Product

Het toekennen van attributen aan producten doe je via

Catalog > Products > Edit Product > De nieuwe attributen staan nu onder de standaard informatie die je kan invullen

Attributen kunnen bij een datamigratie naar Magento 2 worden overgenomen.

Een product zonder voorraad wordt op de productpagina in Magento 2 aangegeven als ‘Out of stock’. De pagina bestaat dus nog, maar klanten kunnen het product niet kopen. Productpagina’s waar het product niet meer op voorraad is, worden wél nog gewoon geïndexeerd door Google. Een nieuwe sitemap aanmaken heeft in dit geval weinig zin, omdat producten zonder voorraad nog steeds zichtbaar blijven hierin. 

Als je duizenden producten verkoopt in je Magento 2 webshop en een groot deel hiervan is niet op voorraad, dan loop je de kans dat Google tijd verspilt aan het indexeren van productpagina’s waar je liever niet de aandacht op focust. Dat is niet goed voor SEO. Idealiter wil je dus dat Google productpagina’s zonder voorraad niet indexeert. Er zijn twee manieren om dit te doen:

1. Sluit de productpagina’s uit van indexatie door een ‘no-index’-tag door je webshop agency aan de code toe te laten voegen;
2. Laat je webshop agency een ‘out of stock’-filter toevoegen aan de sitemap, zodat productpagina’s zonder voorraad worden uitgesloten van de sitemap.

Heb je een webshop waar de voorraad van producten sterk fluctueert, dan geven bovenstaande opties je waarschijnlijk te veel werk. In dat geval kan je erover nadenken om in ieder geval de gebruiksvriendelijkheid te optimaliseren, door op de productpagina meer informatie te geven over wanneer het product weer op voorraad is of door naar een ander relevant product te linken.

Voorraadgegevens worden bij een datamigratie naar Magento 2 overgenomen.

In Magento kan je producten ‘enablen’ (activeren) of ‘disablen’ (deactiveren). Met het (de)activeren van producten moet je wel opletten: de sitemap verandert namelijk. Gedeactiveerde producten worden in een nieuw gegenereerde sitemap eruit gehaald; opnieuw geactiveerde producten worden toegevoegd. Pas wanneer je een nieuwe sitemap indient bij Google, worden deze veranderingen in de indexering meegenomen. Gedeactiveerde producten zullen dus nog steeds zichtbaar zijn op Google als je na deactivatie geen nieuwe sitemap indient. Klikt een klant op de Google-link, dan belandt hij wel op je webshop maar is het product niet beschikbaar. Andersom zullen opnieuw geactiveerde producten niet zichtbaar zijn op Google als je geen nieuwe sitemap indient, mits je na het deactiveren van deze producten wél een nieuwe sitemap indiende.

Nu is het niet zo dat je na elk ge(de)activeerd product een nieuwe sitemap moet aanmaken en moet indienen bij Google. Het indexeren van een website op basis van een ingediende sitemap bij Google duurt soms weken. Wél een goed idee is om elke paar maanden, of in ieder geval na een migratie, een nieuwe sitemap te genereren en in te dienen. 

Het (de)activeren van producten doe je via:

Catalog > Products > Edit product